die'perik, m., 1.(gew.) in verb. als de dieperik ingaan, naar de dieperik gaan, naar de kelder gaan, ondergaan, (ook) sterven;-2.(-en),(scherts.) diepzinning mens, diepdenker. |
![]() |
In de komende maanden DIEPTE RAPPORTAGES over wat er allemaal niet voor kelders in Nederland zijn... (of toch???) |